Cluster 2

Onder cluster 2 van het speciaal onderwijs vallen de scholen voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met een communicatieve beperking. Dit kunnen ernstige spraak- of taalmoeilijkheden zijn of een vorm van autisme waarbij de communicatie het belangrijkste probleem is en niet het gedrag.
 

Categorieën auditieve beperking (in verlies decibel):

  • Normaal horend tot licht slechthorend: 0 tot 30 dB verlies. Gehoorverlies dat door betrokkene wordt opgemerkt in lawaaiige omgevingen.
  • Licht tot matig slechthorend: 30 tot 60. Gehoorverlies waar betrokkene ook in een stille omgeving last van heeft, groepsgesprekken zijn een probleem.
  • Ernstig slechthorend: 60 tot 70. Groepsgesprekken zijn heel moeilijk, gesprekken op luide toon worden wel verstaan.
  • Zwaar slechthorend: 70 tot 90. Gesprekken op luide toon worden nog wel gehoord, maar niet altijd verstaan.
  • Doof: 90 tot 110. Ondanks een hoortoestel kan een gesprek met één persoon niet worden gevolgd.
  • Diepdoof: 110 tot 120. Het oor neemt alleen nog wat trillingen waar.
  • Vibratiedoof (vanaf 120): Trillingen worden niet meer waargenomen.

Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt in prelinguaal doven (doof geboren of voor het derde levensjaar doof geworden) en postlinguaal doven (na het derde levensjaar doof geworden).

Het onderwijs

Op een cluster 2 school wordt zo veel mogelijk het lesprogramma van een gewone school doorlopen. De groepen zijn klein en er is veel aandacht voor het ontwikkelen van communicatiemogelijkheden.

Hierbij kan ICT een belangrijke rol spelen. Ook is er extra begeleiding en zijn er allerlei extra faciliteiten voor de leerlingen. Zo zijn er logopedisten en orthopedagogen aanwezig.

Tweetalig onderwijs

Leerlingen krijgen vaak les in zowel het gesproken Nederlands, bijvoorbeeld door spraakafzien (liplezen) en spraaktraining, als in de Nederlandse gebarentaal (NGT). Ook wordt er soms gebruik gemaakt van Totale Communicatie (TC) of Nederlands ondersteund met gebaren (NmG). 
Het NGT bestaat uit iconische en niet-iconische gebaren en een handalfabet. Bij iconische gebaren is de relatie tussen de vorm van het gebaar en de betekenis ervan duidelijk te zien. Een iconisch gebaar is bijvoorbeeld het gebaar voor huis. Een niet-iconisch gebaar is bijvoorbeeld het gebaar voor moeder. Daarnaast is er het handalfabet. In dit alfabet heeft elke letter een handvorm. Dit komt van pas bij het spellen van namen of als je het betreffende gebaar niet kent.

Het idee van totale communicatie is dat je alle middelen die helpen moet kunnen gebruiken: spreken, liplezen, lichaamstaal en pictogrammen.

Nederlands met Gebaren (NmG) houdt in dat je Nederlands spreekt en dat ondersteunt met gebaren.

Het verschilt per school aan welke taal de meeste aandacht wordt besteed. In het lesprogramma is verder ruimte voor de dovencultuur. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de positie van doven in de maatschappij.

CI

Het CI (cochleair implantaat) is een elektronisch apparaat dat geluidsgolven omzet in elektrische impulsen die de gehoorzenuw in het oor direct stimuleren. 

Instellingen

Er zijn verschillende instellingen die cluster 2 onderwijs aanbieden: Kentalis, Simea en Koninlijke Auris groep.